Koblenz, juli 2010
De Rijnoeverstaten willen het probleem van de microverontreinigingen uit stedelijk en industrieel afvalwater aanpakken met een integrale strategie. Zo werd besloten tijdens de afgelopen Plenaire Vergadering van de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) en het Coördineringscomité Rijn in Mainz. Dit besluit is een belangrijke stap in de verduurzaming van de goede waterkwaliteit in de Rijn, zijn zijrivieren en het grondwater. Hiermee wordt zestig jaar na de eerste vergadering van de ICBR op 11 juli 1950 te Bazel een nieuwe mijlpaal toegevoegd aan het rijtje grote successen die zijn geboekt in de sanering van de Rijn.
In afvalwater worden tegenwoordig de meest uiteenlopende microverontreinigingen aangetroffen, gaande van huishoudelijke chemicaliën, via cosmetica en geneesmiddelen tot antibiotica en hormoonverstorende stoffen, die in de huidige afvalwaterzuiveringsinstallaties niet worden tegengehouden. De resten van deze stoffen worden in zeer lage concentraties gemeten in de wateren en kunnen nadelige effecten hebben op het leven in de Rijn en ook de drinkwaterwinning negatief beïnvloeden.
De opgestarte strategie moet het mogelijk maken om de emissie naar de wateren van microverontreinigingen uit stedelijk en industrieel afvalwater in de toekomst te reduceren (zie ICBR-rapport 181 onder www.iksr.org). In de strategie wordt getracht de problemen integraal te bekijken en nog resterende kennislacunes in de ecotoxicologische beoordeling van microverontreinigingen aan te vullen. Uit de immense verscheidenheid van chemische stoffen werden tien stofgroepen geselecteerd, waarvoor aan de hand van zogenaamde indicatorstoffen een analyse werd uitgevoerd van de geconsumeerde of gebruikte hoeveelheid, de emissieroutes naar het water en de gemeten hoeveelheid in het oppervlakte-, grond- en drinkwater. De resultaten van deze analyse werden aangevuld met informatie over bestaande kwaliteitscriteria en potentiële maatregelen en samengevat in evaluatierapporten. Op basis van deze gegevens werden per stofgroep de efficiëntste maatregelen vastgesteld. Uit de bus kwam een brede waaier van mogelijkheden: van belangrijke maatregelen aan de bron (bijv. toelating van stoffen, gebruiksrestricties) tot technische maatregelen in centrale zuiveringsinstallaties.
De evaluatierapporten voor humane geneesmiddelen (rapport 182) en voor biociden en corrosiewerende middelen (rapport 183) zijn afgerond en beschikbaar op de website van de ICBR (www.iksr.org). Vastgesteld werd dat de meeste humane geneesmiddelen via de rioolwaterzuiveringsinstallaties in het oppervlaktewater terechtkomen. Ook voor veel biociden en corrosiewerende middelen is dit de belangrijkste emissieroute. De hoogste concentraties van deze stoffen worden gemeten in de zijrivieren van de Rijn met een hoog aandeel (biologisch) gezuiverd gemeentelijk afvalwater en in de benedenloop van de Rijn. De evaluatierapporten bevatten voorstellen voor maatregelen ter vermindering van de resten van deze stofgroepen in het water.
Tot de groep van de microverontreinigingen behoren ook gewasbeschermingsmiddelen, die deels via het afvalwater, deels via andere emissieroutes op het water worden geloosd. Een strategie ter voorkoming en reductie van microverontreinigingen uit zogenaamde diffuse bronnen, vergelijkbaar met de bovengenoemde strategie voor het stedelijk en industrieel afvalwater, zal volgend jaar worden uitgewerkt.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de
Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR)
Ben van de Wetering
Tel.: +49-(0)261-942525-17
Mobiel: +49-170-4976861
Anne Schulte-Wülwer-Leidig
Tel.: +49-(0)261-94252-19
Mobiel: +49-171-322 65 82
De ICBR in het kort
In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) werken de Rijnoeverstaten Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Nederland evenals Luxemburg en de Europese Gemeenschap samen op basis van een volkenrechtelijke overeenkomst voor de bescherming van de Rijn. Een internationaal bezet secretariaat dat is gevestigd in Koblenz (Duitsland) staat de voorzitter en de overleggroepen van de ICBR terzijde en ondersteunt de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) en de Europese Richtlijn over overstromingsrisico’s (2007/60/EG). In het kader van de tenuitvoerlegging van deze Europese richtlijnen werd de grensoverschrijdende samenwerking uitgebreid met Oostenrijk, Liechtenstein en het Waals Gewest. De werktalen van de ICBR zijn Nederlands, Duits en Frans. Meer informatie over de ICBR vindt u op de website van de Commissie onder www.iksr.org.