Technische voorzieningen tegen hoogwater (dijken, keermuren, retentiebekkens of stuwmeren) ter bescherming van woongebieden zijn en blijven ook in de toekomst onontbeerlijk, ook al hebben ze slechts een lokaal effect en kunnen ze de hoogwatersituatie verder stroomafwaarts verscherpen.
Technische voorzieningen bieden verstedelijkte gebieden bovendien slechts een “schijnbare” veiligheid. Ze beschermen de mens en zijn goederen – als deze tenminste op veilige plaatsen worden bewaard – slechts tot aan een vastgestelde bovengrens, die in geval van extreem hoogwater echter steeds kan worden overschreden. Als deze grens, de zogenaamde maatgevende afvoer, wordt overschreden, wordt er achter de overstroomde dijken vaak gigantisch veel schade aangericht. Daarom mag volgens het Actieplan Hoogwater de potentiële schade (aan gebouwen, straten) in de bedreigde gebieden in geen geval verder stijgen.
Tijdens de voorbije hoogwaterperiodes is gebleken dat vooral de oudere dijken, die niet overal meer even stabiel zijn, een groot risico vormen en dat de noodzakelijke dijkversterking erg kostbaar is. Voordat wordt gestart met de verbetering van de dijken, zou moeten worden gekeken of de dijken eventueel landinwaarts kunnen worden verlegd, waardoor overstromingsgebied kan worden teruggewonnen.
technische voorzieningen tegen hoogwater verstedelijkte gebieden slechts een “schijnbare” bescherming bieden?