Voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) gelden duidelijke bepalingen en termijnen.
In 2004 werd een uitvoerige inventarisatie van de Rijn en de wateren in zijn stroomgebied, met inbegrip van het grondwater, voltooid.
Om voor het hele Rijnstroomgebied zicht te kunnen houden op de actuele toestand, en vast te stellen of verbeteringsmaatregelen voor de belangrijke beheerskwesties werken, moeten de wateren op gezette tijden worden gecontroleerd. De staten in het Rijnstroomgebied hebben hiervoor monitoringsprogramma's opgesteld waarover ze, zo bepaalt de KRW, nationaal moeten rapporteren. Daarnaast stellen de staten een gezamenlijke, beknopte rapportage op over de coördinatie van de toestand- en trendmonitoringsprogramma's die sinds eind 2006 operationeel zijn.
Er moesten voor alle Europese riviersystemen beheerplannen worden ontwikkeld, voor het eerst in 2009, de tweede beheerplannen voor 2015 en de derde beheerplannen voor 2021. In de richtlijn neemt publieksparticipatie, d.w.z. het betrekken van alle burgers in het Rijnstroomgebied bij de uitwerking van deze plannen, een belangrijke plaats in.