1972 - 1986
Een zwaar chemisch ongeluk in juni 1969, waarbij een golf Thiodan (endosulfan) uit de Main de visfauna tot in Nederland zo goed als uitroeide, gevolgd door een snelle opeenvolging van storingen en incidenten maakten dat het publiek zich steeds meer bewust werd van de ernstige verontreiniging van de Rijn. Om nog maar te zwijgen van de zoutbelasting van de Rijn, een ander fel besproken, groot probleem.
Het groeiende milieubewustzijn van de bevolking zette de industrie en de overheden onder druk en gaf waterbescherming een nieuwe, politieke betekenis.
Wettelijke basis
In 1972 kwamen de bevoegde ministers uit de staten in het Rijnstroomgebied in Den Haag bijeen voor de eerste Rijnministersconferentie (het communiqué van deze bijeenkomst is alleen beschikbaar in het Duits en het Frans). Op de volgende Rijnministersconferentie, in 1973 in Bonn (ook dit communiqué is alleen beschikbaar in het Duits en het Frans), gaven ze de ICBR de opdracht om een Chemieverdrag en een Zoutverdrag op te stellen.
Beide verdragen werden op 3 december 1976 in Bonn ondertekend. Terzelfder tijd werd er een Aanvullende overeenkomst bij de uit 1963 daterende Overeenkomst van Bern gesloten, waarmee de toetreding van de Europese Economische Gemeenschap tot de ICBR werd bezegeld.
Eerste successen
Het vertrouwen van het publiek in de overheid groeide toen de bevoegde ministers bekend maakten welke saneringsmaatregelen er zouden worden uitgevoerd in de verschillende staten.
Dit vertrouwen werd niet beschaamd: in 1977 kon de ICBR voor het eerst in haar geschiedenis een verbetering van de waterkwaliteit verkondigen, die te danken was aan de genomen maatregelen. Het zuurstofgehalte steeg, de organische vervuiling en de verontreiniging met fenol namen af.
De ICBR beval de verdragsstaten al snel aan om bij de planning van nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallaties rekening te houden met een derde zuiveringsstap (voor de verwijdering van fosfaten). Bovendien werd er bepaald dat energiecentrales voortaan moesten worden voorzien van een koeltoren, teneinde de thermische belasting van de Rijn te beperken. Beide punten zijn ook vandaag nog steeds relevant.
De kwaliteit van het Rijnwater ging er tot 1986 gestaag op vooruit, in het bijzonder met betrekking tot zware metalen, hoewel er in het Rijnchemieverdrag voor slechts twaalf stoffen emissienormen waren vastgesteld.
1976 Toetreding van de Europese Economische Gemeenschap tot het Verdrag van Bern krachtens de Aanvullende overeenkomst
1976 Ondertekening van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging (Rijnchemieverdrag)
1976 Ondertekening van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn tegen verontreiniging door chloriden (Rijnzoutverdrag)