Op basis van de meetgegevens over de jaren 1990 tot 2004 die werden opgetekend aan de internationale meetstations Weil am Rhein, Lauterbourg, Koblenz/Rijn, Bimmen en Lobith werd voor 67 stoffen de werkelijke toestand van de Rijn vergeleken met de doelstellingen (inclusief de PCB-, DDT- en PAK-groep en de somparameter AOX).
De doelstellingen gaan uit van concentraties in water, zwevend stof, sediment, bodem en organismen die, als ze in acht worden genomen, geen aanleiding geven tot negatieve effecten. Worden aan de doelstellingen voldaan, dan is de bescherming van de aquatische leefgemeenschappen, de drinkwatervoorziening, de menselijke visconsumptie en het gebruik van Rijnsediment gewaarborgd. De doelstellingen zijn geen juridisch bindende grens- of richtwaarden. Voor een groot deel van de in dit document vermelde stoffen hebben de lidstaten van de Europese Unie o.a. ten behoeve van de implementatie van de communautaire voorschriften, zoals bijv. de richtlijnen 75/440/EEG, 78/659/EEG, 76/464/EEG (vervangen door 2006/11/EG) en 2000/60/EG juridisch bindende grenswaarden vastgelegd voor de concentraties in oppervlaktewateren. De Europese Commissie bereidt op dit moment voor verdere stoffen overeenkomstige bepalingen voor. Een deel van de juridisch bindende waarden moet nu al in acht worden genomen, een deel wordt gebruikt om de goede chemische en de goede ecologische toestand te beschrijven die de wateren in de EU eind 2015 moeten hebben bereikt. Deze juridisch bindende waarden wijken soms sterk af van de ICBR-doelstellingen. Omdat bij de evaluatie van de meetwaarden van alle ICBR-meetlocaties een uniforme aanpak wordt vereist, wordt voor dit rapport teruggegrepen op de in de ICBR afgestemde ICBR-doelstellingen.