In de periode 2000 2002 is in Nederland de drinkwaterinname vanuit de Rijn verschillende keren gestopt vanwege te hoge concentraties isoproturon en chloortoluron. In het rapport is geconcludeerd dat de oorzaak van deze hoge concentraties moet worden gezocht bij de toepassing van deze gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Producenten en formuleringsbedrijven zijn vermoedelijk geen belangrijke bron. Beide stoffen zijn polaire onkruidbestrijdingsmiddelen die worden toegepast in de teelt van wintertarwe en wintergerst. De overschrijdingen zijn aangetroffen in de late herfst en het voorjaar. Uitspoeling, afspoeling en incidentele lozingen tijdens omgang met en toepassing van het product zijn de belangrijkste emissieroutes. De problematiek is enigszins vergelijkbaar met de niet landbouwkundige toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen. Daarbij vindt vaak de onkruidbestrijding bij veel gemeentes in dezelfde periode plaats. Door de verharde ondergrond kan een relatief groot deel van het toegepaste middel afspoelen naar oppervlaktewater. De combinatie van gelijktijdig toepassen met een aanzienlijke emissie kan tot problemen leiden bij de onttrekking van oppervlaktewater voor de drinkwaterwinning. Onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop de verschillende landen omgaan met landbouwbestrijdingsmiddelen. Om de aangeleverde informatie (ICBR-rapport 141) beter inzichtelijk te krijgen is deze samengevoegd tot het voorliggende syntheserapport.