ICBR – Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn

Een nieuw inzicht in laagwater op de Rijn

Solothurn, 3 en 4 juli 2018

 

In de eerste helft van de vorige eeuw waren laagwaterperiodes in de Rijn veel intensiever dan in de tweede helft: de afvoeren waren lager en de gebeurtenissen hielden langer aan. De perceptie dat laagwater nu vaker voorkomt dan vroeger, klopt niet. Wat wel is toegenomen, zijn de gevolgen voor watergebruikers, zoals bijvoorbeeld scheepvaart, energieproductie, industrie en landbouw.

Solothurn, 3 en 4 juli 2018

In de eerste helft van de vorige eeuw waren laagwaterperiodes in de Rijn veel intensiever dan in de tweede helft: de afvoeren waren lager en de gebeurtenissen hielden langer aan. De perceptie dat laagwater nu vaker voorkomt dan vroeger, klopt niet. Wat wel is toegenomen, zijn de gevolgen voor watergebruikers, zoals bijvoorbeeld scheepvaart, energieproductie, industrie en landbouw.

Tot deze verrassende bevinding is de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) met haar statistische evaluatie van historische afvoerreeksen gekomen. Tijdens haar Plenaire Vergadering, die dit jaar in Solothurn, Zwitserland, plaatsvond, is dit resultaat besproken. De waargenomen ontwikkeling kan voornamelijk worden toegeschreven aan de regulerende invloed van de vele stuwmeren in het Alpengebied. Ook de stijgende tendens in de jaarlijkse neerslag die het Rijnstroomgebied in de tweede helft van de twintigste eeuw liet zien, kan hierin een rol spelen (zie fact sheet in bijlage 1). Omdat laagwater directe gevolgen heeft voor de waterkwaliteit, de ecologie en de gebruiksfuncties moet het in de toekomst wel gemonitord worden.

Sinds de start van het programma “Zalm 2000” en de goedkeuring van het Masterplan trekvissen Rijn in 2009 zijn er tal van maatregelen uitgevoerd om de passeerbaarheid en de leefgebieden te verbeteren. De ICBR heeft het Masterplan inmiddels geüpdatet. Het wegwerken van migratieknelpunten voor vissen en andere aquatische organismen staat nog steeds centraal (zie fact sheet in bijlage 2).
In het najaar van 2018 staan er twee gebeurtenissen op stapel die de situatie voor trekvissen in het Rijnsysteem er flink op vooruit zullen doen gaan: Enerzijds wordt op 5 september 2018 het Kierproject gerealiseerd, waarna de Haringvlietdam in het mondingsgebied bij Rotterdam kan gaan fungeren als migratieroute, ook gedurende de vloed. Anderzijds wordt er in de herfst van 2018 een nieuwe vispassage in gebruik genomen aan de stuw van Gerstheim, zodat de hoofdstroom van de Rijn - na de opening van Straatsburg in 2016 - een stukje verder passeerbaar zal zijn. Via deze nieuwe vispassage zullen trekvissen het Elz-Dreisamgebied bij Freiburg weer kunnen bereiken. Dit gebied moet nog beter toegankelijk worden gemaakt, aan de vaste drempels en in de meanders wordt het werk voortgezet.
Ook de ICBR-projectgroep die zich bezighoudt met het herstel van de ecologische passeerbaarheid van de Duits-Franse Bovenrijn (PG ORS) heeft grote stappen vooruit gezet. Experts hebben veel technische en visecologische kennis uitgewisseld en nu zijn er twee oplossingsvarianten voor de voorzieningen voor stroomopwaartse vismigratie aan de stuw van Vogelgrün. Daarnaast is er duidelijkheid gebracht in waar de inzwemopeningen voor de optrekvoorzieningen in Rhinau, Marckolsheim en Vogelgrün het best kunnen worden geplaatst en hoe de noodzakelijke lokstroming er dient te worden vormgegeven. Nu kunnen de details van de planning worden ingevuld.

De onvoldoende natuurlijkheid van wateren werd ook gelaakt door Kurt Fluri, President van de stad Solothurn en lid van de Zwitserse Bondsraad, en door Roland Fürst, lid van de regering van het kanton Solothurn. In hun lezingen voor de Plenaire Vergadering van de ICBR verwezen ze daarbij naar de intensief gebruikte Zwitserse Hoogvlakte. Ze verklaarden dat “beken, rivieren en meren het blauwe lint vormen in de ecologische infrastructuur die nodig is om de soortendiversiteit te ondersteunen en op lange termijn te behouden”.

Tot slot hebben vertegenwoordigers van de landen in het Rijnstroomgebied zich gebogen over een nieuw programma “Rijn 2040”, dat nu wordt voorbereid en dat de bakens voor de toekomst zal uitzetten.

Voor meer informatie kunt u terecht bij de
Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR)
Anne Schulte-Wülwer-Leidig
www.iksr.org

De ICBR in het kort
In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) werken de Rijnoeverstaten Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Nederland evenals Luxemburg en de Europese Gemeenschap samen op basis van een volkenrechtelijke overeenkomst voor de bescherming van de Rijn. Een internationaal bezet secretariaat dat is gevestigd in Koblenz (Duitsland) staat de voorzitter (deze functie wordt thans bekleed door de Zwitserse Martine Rohn-Brossard) en de overleggroepen van de ICBR terzijde, en ondersteunt de staten in het stroomgebied van de Rijn die de Europese Kaderrichtlijn Water (richtlijn 2000/60/EG) en de Europese Richtlijn over overstromingsrisico's (richtlijn 2007/60/EG) implementeren. In het kader van de tenuitvoerlegging van deze Europese richtlijnen is de grensoverschrijdende samenwerking uitgebreid met Oostenrijk, Liechtenstein, Italië en Wallonië. De werktalen van de ICBR zijn Nederlands, Duits en Frans. Meer informatie over de ICBR vindt u op de website van de Commissie op www.iksr.org.